Tijd is rechtvaardigheid, gelijkheid is de zuiverste existentiële waarheid. De tijd geselt ons, maakt ons wakker, wekt ons tot leven, laat ons slapen, laat ons slapen, een eeuwige slaap. De tijd is de heer van de rede, niet manipulatie, bedrog of later. Tijd is gewoon.
Zonder dat het van ons is, is tijd de illusie tussen het leven en de toespeling op sterven. Realiteit en verbeelding reizen erdoorheen.
De tijd vergeeft niet, gaat niet terug, is nutteloos, hij markeert zijn heden als een onberispelijke, aanhoudende, onafhankelijke breekhamer.
De tijd legt handboeien om onze polsen met minuten en seconden, de tijd bevrijdt ons wanneer de verwachte tijd aanbreekt, de tijd van hoop wanneer de tijd van de tijd niet aanbreekt, of wanhoop wanneer de tijd van de tijd zijn klauwen laat zien met dag, uur, minuten en seconden.
Tijd is tijd. De tijd kent geen angst.
De tijd heeft geen vleugels, geen benen, hij rent niet, hij vliegt niet, hij vertraagt niet en haast zich niet, de tijd stelt alleen ons geduld of onze angst op de proef, de tijd is tijd, zonder mutatie of omkering, met vaste en unieke stappen, zonder haast of traagheid.
De tijd schenkt wijsheid, gelijk met de ouderdom. De tijd laat zijn sporen na. De tijd is niet abstract, maar schildert zijn visuele effecten op het doek van het leven door middel van uitdrukkingen, kleuren en gradaties.
Oh, keer, keer, keer, ik wil je omhelzen, kussen, je vriend zijn, je onafscheidelijke geliefde, omdat jij de enige bent die de slaven van jouw domein in de steek laat. Ik wou dat ik jou tot mijn voertuig voor deze reis kon maken, en jou tot een fluit op de lippen van iemand die harmonieus speelt in hun beste gezelschap.
Ik hoop dat u mij tot een goede vriend mag maken, die met u kan lachen en die begrijpt dat u slechts uw rol van rechtvaardigheid over stervelingen vervult. Ik zal niet langer tegen u zijn.